MOBIELE GEZONDHEIDSZORG

Digitale technologieën maken steeds meer opgang in de zorg. De coronacrisis bracht zaken in een stroomversnelling. Raadplegingen op afstand via telefoon of videobellen werden in een mum van tijd toegelaten en zelfs terugbetaald. De digitale revolutie is een feit en ook de overheid wenst steeds meer mobiele gezondheidszorgtoepassingen te integreren in het gezondheidszorgsysteem zoals tele-expertise, teleconsultaties of ‘webcamconsulting’ en telemonitoring.

MOBIELE GEZONDHEIDSZORG

Digitale technologieën maken steeds meer opgang in de zorg. De coronacrisis bracht zaken in een stroomversnelling. Raadplegingen op afstand via telefoon of videobellen werden in een mum van tijd toegelaten en zelfs terugbetaald. De digitale revolutie is een feit en ook de overheid wenst steeds meer mobiele gezondheidszorgtoepassingen te integreren in het gezondheidszorgsysteem zoals tele-expertise, teleconsultaties of ‘webcamconsulting’ en telemonitoring.

Tele-expertise en teleconsultaties zijn beide toepassingsvormen van telegeneeskunde waarbij zorg op afstand wordt verleend. Tele-expertise betreft een interactie via informatie- of communicatietechnologie tussen één of meerdere binnenlandse of zelfs buitenlandse beroepsbeoefenaars teneinde de gezondheidssituatie van een patiënt te bespreken voor preventieve of curatieve doeleinden. Aangezien patiënten zich niet moeten verplaatsen en de gespecialiseerde telearts snel kan worden geraadpleegd is het kostenbesparend, laat het een verbetering van de kwaliteit en een betere spreiding van gespecialiseerde zorg toe.

“De overheid werkt aan een globaal reglementair kader en generiek model voor tele-expertise.”

Een recent voorbeeld waarbij de nieuwe methode van tele-expertise wordt ontwikkeld en geëvalueerd, is het proefproject teledermatologie waarbij een huisarts een advies op afstand kan vragen aan een dermatoloog over een klinische vraag die zich stelt in de huisartsenpraktijk. De overheid werkt aan een globaal reglementair kader en generiek model voor tele-expertise. De technisch geneeskundige raad van het RIZIV bereidt de nomenclatuur hieromtrent voor. Bij teleconsultaties vindt een raadpleging plaats op afstand tussen de arts en een patiënt. Deze teleconsultaties gebeuren louter op basis van videobellen. Door de wet van 13 juni 2021 werd in de GVU-wet van 14 juli 1994 voorzien dat “indien de geneeskundige verstrekkingen worden verricht door middel van informatie- en communicatietechnologieën de verzekering voor geneeskundige verzorging enkel tussenkomt indien zulks uitdrukkelijk voorzien is in de vergoedingsvoorwaarden”. Telemonitoring is een medische praktijk die op afstand toezicht houdt op patiënten die niet op dezelfde locatie zijn als de zorgverlener. De patiënt zal in het algemeen een aantal controleapparaten thuis hebben. De meest voorkomende zaken die telemonitoringapparatuur kunnen bijhouden zijn bloeddruk, hartslag, gewicht, bloedglucosewaarden en hemoglobine. Telemonitoring is in staat om informatie van de patiënt te delen over alle vitale functies.

AANSPRAKELIJKHEID De uitbouw van mobiele gezondheidszorg geeft ook aanleiding tot vragen inzake verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Voor iedere casus moet concreet worden nagegaan met wie de patiënt al dan niet een overeenkomst heeft gesloten, welke verbintenissen zijn aangegaan en waar de telearts zich bevindt. Wanneer zowel de telearts als de patiënt zich in België bevinden, maakt het voor de beoordeling van de aansprakelijkheid weinig verschil uit als de zorgrelatie digitaal wordt. Ook voor teleartsen en patiënten binnen de Europese Unie is er een juridisch kader voorhanden. De zorg wordt geacht te zijn verstrekt in de lidstaat van waaruit de telearts de adviesverstrekking verleent. De arts moet bijgevolg de regelgeving volgen van het land waar hij verblijft.

“Een recent voorbeeld waarbij de nieuwe methode van tele-expertise wordt geëvalueerd, is het proefproject teledermatologie.”

Er blijft evenwel veel onduidelijkheid en onzekerheid wanneer de patiënt in een niet EU-land verblijft. In afwachting van een internationaal verdrag rond mobiele gezondheidszorg in de ruime zin, zal het voor deze groep patiënten belangrijk zijn duidelijk en voorafgaandelijk contractuele afspraken te maken rond toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken.

Of telegeneeskunde zal leiden tot meer aansprakelijkheid valt af te wachten. Ook zorgverstrekking via telegeneeskunde zal doorgaans een inspanningsverbintenis blijven, waarbij de maatstaf deze van een zorgvuldig arts is, handelend in de dezelfde omstandigheden. Het aanwenden zelf van een mobiele gezondheidszorgtoepassing wordt aanzien als een resultaatsverbintenis en voor dit aspect in het aansprakelijkheidsluik zijn vaak heel wat andere actoren ook betrokken, nl. de ziekenhuizen, producenten, ICT-leveranciers en de patiënten zelf.

ZORGVULDIGHEIDSNORM Het gedrag van de patiënt is ook onderworpen aan de algemene zorgvuldigheidsnorm. In het kader van mobiele gezondheidszorg kan de fout van de patiënt bijvoorbeeld bestaan uit het onvolledig of onjuist invoeren van gegevens in de mobiele toepassing waardoor er verkeerde conclusies worden getrokken of het niet naleven van instructies van de telearts. Als de fout van de patiënt de enige oorzaak is van de schade, dient de patiënt deze zelf te dragen. Het ziekenhuis kan in bepaalde gevallen worden aangesproken voor de toepassing van telegeneeskunde zelfs wanneer de ‘ziekenhuistelearts’ zich niet in het ziekenhuis bevindt. Indien de patiënt een ‘all-in behandelingsovereenkomst’ heeft afgesloten, kan het ziekenhuis in bepaalde gevallen centraal aansprakelijk gesteld worden voor het handelen van de ziekenhuisarts of voor het slecht functioneren of opvolgen van bepaalde mobiele toepassingen, bijvoorbeeld telemonitoring.

“Telegeneeskunde zal nooit de klassieke fysische arts-patiëntrelatie kunnen vervangen. Het is in een aantal gevallen wel een goede aanvulling.”

Bij tele-expertise kan een huisarts een arts-specialist op afstand om advies vragen. De vraag rijst welke de rechtsverhouding is tussen de geconsulteerde telearts en de patiënt. Als de patiënt toestemming heeft verleend, kan er een nieuwe deelovereenkomst ontstaan waardoor de patiënt zowel een contractuele vordering heeft op de behandelende huisarts voor het onzorgvuldig advies van de telearts als op de telearts zelf. Verwacht wordt dat de huisarts in dergelijke gevallen de telearts of het ziekenhuis in vrijwaring zal roepen. Telegeneeskunde zal nooit de klassieke fysische arts-patiëntrelatie kunnen vervangen. Het is in een aantal gevallen wel een goede aanvulling. Bij het gebruik van mobiele gezondheidszorgtoepassingen moeten dezelfde wettelijke vereisten vervuld zijn als bij de traditionele gezondheidszorg.

MEER INFO Heidi Diet Juridisch en strategisch beleidscoördinator AZ Delta 051 23 76 19 heidi.diet@azdelta.be Auteur: Heidi Diet Foto: Shutterstock