BEKKENBODEMKLINIEK: DOELTREFFEND EN MULTIDICIPLINAIR
Er hangt nog altijd een taboesfeer rond, maar dat neemt niet weg dat zowat één op twee vrouwen boven de 50 te maken krijgt met een probleem in het kleine bekken. Ook bij mannen en kinderen komt het vaker voor dan je denkt. Omdat het om zo’n frequente en vooral veelzijdige problematiek gaat, bundelt AZ Delta de expertise in een bekkenbodemkliniek. De patiënt kan er terecht bij een ervaren, multidisciplinair team dat zorgt voor een geïntegreerd behandelplan.
BEKKENBODEMKLINIEK: DOELTREFFEND EN MULTIDICIPLINAIR
Er hangt nog altijd een taboesfeer rond, maar dat neemt niet weg dat zowat één op twee vrouwen boven de 50 te maken krijgt met een probleem in het kleine bekken. Ook bij mannen en kinderen komt het vaker voor dan je denkt. Omdat het om zo’n frequente en vooral veelzijdige problematiek gaat, bundelt AZ Delta de expertise in een bekkenbodemkliniek. De patiënt kan er terecht bij een ervaren, multidisciplinair team dat zorgt voor een geïntegreerd behandelplan.
Van links naar rechts: uroloog dr. Heleen Maes, gynaecoloog dr. Lode Danneels, gynaecoloog dr. Heidi Rommens, chirurg dr. Paul Pattyn, maag-darm-leverarts dr. Filip De Pauw, coördinator bekkenbodemkliniek Charlotte Debleu, radioloog dr. Karolien Boeren, maag-darm-leverarts dr. Filip Baert en uroloog dr. Kristien Boel.
“Alle betrokken artsen en paramedici kijken samen wat de beste therapie is voor de patiënt.”
De klachten die samengaan met een probleem in het kleine bekken zijn divers: van ongewild urine- en stoelgangsverlies over moeilijke stoelgang en darmverzakking tot pijn bij seksuele betrekkingen. Het is dan ook niet altijd makkelijk om uit te maken bij welke specialist een patiënt het best op consultatie gaat: een uroloog, gynaecoloog, abdominaal chirurg of maag-darm-leverspecialist? Dankzij de uitbouw van de bekkenbodemkliniek in AZ Delta is doorverwijzing alvast geen probleem meer.
Want bij welke ‘deur’ in AZ Delta een patiënt met één van deze klachten ook binnenstapt, achter de schermen schiet sowieso de bekkenbodemkliniek in actie. Voor de patiënt betekent dit alvast een beperking in aantal consultaties. De arts-specialist bij wie de patiënt binnenkomt, brengt het probleem in kaart via een grondig vraaggesprek en zorgt indien nodig voor bijkomende onderzoeken. Eens alle informatie er is, gaat deze naar het hele team van de bekkenbodemkliniek.
Dat team bestaat uit een combinatie van specialisten en paramedici uit alle mogelijke betrokken disciplines: abdominale chirurgie, fysische geneeskunde, gynaecologie, urologie, maag-darm-leverziekten en radiologie. Diëtisten en bekkenbodemkinesitherapeuten zijn eveneens nauw betrokken, maar ook psychologen zijn aan boord, want patiënten kampen bijvoorbeeld vaak met een schaamtegevoel. Bij jonge patiënten werkt de bekkenbodemkliniek dan weer samen met de afdeling pediatrie. Al deze experten samen maken een geïntegreerd behandelplan op.
GEEN VERSNIPPERDE BEHANDELING Daarin schuilt meteen de grootste meerwaarde voor de patiënt, geeft chirurg dr. Paul Pattyn mee: “Patiënten krijgen via één raadpleging verschillende invalshoeken mee. In plaats van een versnipperde behandeling waarbij één aspect door één specialist wordt aangepakt en een ander aspect door een andere specialist, bekijken we met alle betrokken artsen en paramedici samen wat de beste therapie voor de patiënt is, en hoe we die het efficiëntst kunnen uitrollen.”
Die therapie kan heel divers zijn: van een conservatieve aanpak zoals medicatie of bekkenbodemkinesitherapie tot een chirurgische ingreep óf een combinatie. Complexere gevallen worden grondig besproken tijdens een tweewekelijks multidisciplinair overleg. Daarop is vanuit de betrokken disciplines telkens een vaste specialist aanwezig. Ook huisartsen zijn welkom op dit overleg. Zij zijn immers meestal de eerste bij wie de patiënt met zijn/haar klachten aanklopt. Na het overleg koppelt sowieso één van de artsen met de patiënt en huisarts terug over het gezamenlijk opgestelde behandelingsplan.
Afhankelijk van de gekozen therapie, kan die in of buiten het ziekenhuis worden opgestart. Ook in het laatste geval blijft de bekkenbodemkliniek de patiënt opvolgen. De kliniek bouwt momenteel aan een extern netwerk van gespecialiseerde paramedici zoals bekkenbodemkinesitherapeuten, psychologen of seksuologen, om mee samen te werken. Op die manier kunnen bekkenbodempatiënten over de hele lijn rekenen op experten die thuis zijn in de problematiek. De bekkenbodemkliniek is in die zin uitgegroeid tot een aparte afdeling of specialisatie, met een eigen coördinator.
“We willen onze aanpak van problemen in het kleine bekken zo veel mogelijk uniformiseren.”
COLLECTIEVE DATABANK Dit is vrij uniek in Vlaanderen, geeft coördinator Charlotte Debleu mee. Zij is kinesitherapeut van opleiding en verdiepte zich in pelvische reëducatie en perinatale kinesitherapie. “We willen onze aanpak van problemen in het kleine bekken zo veel mogelijk uniformiseren. Op Europees vlak bestaan hiervoor nog geen richtlijnen; we zijn hierin momenteel pioniers. We werken bijvoorbeeld al met gemeenschappelijke vragenlijsten en integreren die in het elektronisch patiëntendossier, we stellen gezamenlijke brieven voor de huisarts op, enz. We maken ook werk van een collectieve databank waarmee we op termijn de outcome voor onze patiënten kunnen monitoren maar ook onze eigen werking kunnen evalueren. Zo zullen we continu de kwaliteit van onze zorg en interne werking kunnen verbeteren.”
De bekkenbodemkliniek heeft ondertussen al enkele jaren ervaring maar zit dus duidelijk niet stil. Het multidisciplinaire team blijft continu werk maken van een geïntegreerde, kwaliteitsvolle aanpak bij patiënten die kampen met een probleem in het kleine bekken. En dat gaat om best veel patiënten, zowel vrouwen als mannen. Het tweewekelijkse multidisciplinaire overleg alleen al, waar de complexere gevallen worden besproken, behandelt zo’n 150 casussen per jaar. Dankzij de bekkenbodemkliniek kunnen deze patiënten rekenen op een efficiënte, doeltreffende behandeling.
MEER INFO Charlotte Debleu 051 23 77 40 charlotte.debleu@azdelta.be Auteur: Conny Van Gheluwe Foto: Thomas Callens